zaterdag 11 oktober 2008

Hoe woorden onze realiteit kleuren

Een reiziger vindt na een lange tocht een prachtige, krachtige
boom, die hem de schaduw en de rust geeft waarnaar hij smacht.

Hij weet niet dat hij onder de magische boom ligt, de boom die
iedere wens in vervulling doet gaan. Hij strekt zich uit en
denkt: "Dit is heerlijk. Voor compleet geluk heb ik een mooie
vrouw nodig, die me op deze stille plek gezelschap houdt."

En eensklaps verschijnt daar die mooie jonge vrouw.

Dankbaar en verheugd nodigt hij haar uit, en ze vlijt zich naast
hem neer op het gras.

"Geweldig !" denkt de reiziger. "Nu heb ik alleen nog iets
lekkers te eten en te drinken nodig."

Hij heeft het nog niet bedacht, of de vrouw serveert hem de
heerlijkste hapjes en verkwikkende drankjes.

Terwijl hij gelegen op het gras druiven eet met de vrouw, denkt
de reiziger: "Dit is het toppunt van geluk."

En de seconde erna flitst door hem heen: "Zou het niet vreselijk
zijn als dit alles zou verdwijnen en ik door een tijger
aangevallen zou worden ?"

Op datzelfde moment verdwijnt alles en verschijnt een wilde,
allesverslindende tijger.

Woorden, we hebben woorden nodig om de realiteit te
beschrijven, voor onszelf, voor anderen. Woorden zijn het
penseel en het kleurenpallet waarmee we de realiteit
schilderen. Woorden zijn een expressie van wat we
geobserveerd hebben, welke betekenis we eraan
toekennen en welk perspectief we gekozen hebben.

Woorden vormen een brug tussen de realiteit en onszelf. Ze
zorgen voor een beeld in ons hoofd en zijn een springplank voor
communicatie met anderen.

We kiezen allemaal onze eigen woorden, ons eigen perspectief.

Een aantal observaties:

1. Onze woorden sluiten aan bij onze manier van waarnemen

"Het plan voelt goed aan."
"Er zit muziek in het plan."
"Dat plan ziet er geweldig uit."

Al deze zinnen verraden wat het belangrijkste zintuig is waarmee
de spreker de wereld ervaart: met zijn gevoel, met zijn gehoor,
of met zijn zicht.

Dat zijn ook de zinnen waarmee de spreker doorvertelt. En voor
degenen die de wereld op dezelfde manier ervaren, zien of
beluisteren als hij, is er geen vuiltje aan de lucht. Zij
begrijpen hem probleemloos.

En de anderen vertellen hem (of denken) :

"Ik zie het punt niet."
"Het klinkt te mooi om waar te zijn."
"Ik krijg er niet echt grip op."

2. Ons brein verstaat 'niet' niet

Zeg een kind het glas 'niet' te laten vallen, en de kans dat
het glas heel blijft, vermindert aanzienlijk.

Zeg tegen jezelf dat je een afspraak niet wilt vergeten, en je
vergroot de kans daarop.

Zeg dat je niet meer wilt roken, en je bent de hele dag
geobsedeerd door - precies - roken.

Ons onderbewustzijn heeft veel moeite met het woordje
'niet'. Alle concentratie en aandacht gaan uit naar het
woord na 'niet': (niet) meer eten; (niet) mijn tijd verdoen;
(geen) ruzie maken; (geen) ongezond voedsel eten.

Als je voornemens formuleert, doe dat dan positief.

Wat wil je wel ? Bijvoorbeeld:

- een goede relatie met voedsel
- je tijd effectief besteden
- in harmonie met je partner naar oplossingen zoeken
- gezond eten

Denk en formuleer positief. Je einddoel is van belang. Je zult
merken dat als je begint met het einddoel voor ogen, je veel
meer energie en enthousiasme hebt om te beginnen en door te
gaan.

Zie je welke gevolgen deze twee tips hebben voor je interne
dialoog, voor de dingen die je tegen jezelf zegt ?

Gebruik positieve woorden, ga op zoek naar woorden, betrek al
je zintuigen bij de woorden die je gebruikt, om alle aspecten
waar te nemen. Oefen jezelf. Woorden zijn belangrijk. Speel
ermee. Kijk vanaf nu met een nieuwe blik naar je woorden,
en ervaar welk verschil woorden maken.

Volgende keer bespreek ik meer manieren waarop woorden
onze realiteit kleuren. Dan zie ik je graag terug.

Geen opmerkingen: